Informatie over het woord nulpunt (Nederlands → Esperanto: nulpunkto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈnɵlpɵnt/
Afbrekingnul·punt
Geslachtonzijdig

Voorbeelden van gebruik

In de nacht van zaterdag op zondag dalen de temperaturen bijna overal tot onder het nulpunt.

Vertalingen

Engelszero
Esperantonulpunkto