Informatie over het woord uitroep (Afrikaans → Esperanto: ekkrii)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈœɪ̯trup/
Afbrekinguit·roep

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
uitroep -
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitroependeuitgeroep

Voorbeelden van gebruik

„Wat die duiwel!” roep een van die bemanning uit.

Vertalingen

Duitsausrufen; losschreien; aufschreien
Engelscall out; exclaim
Esperantoekkrii
Nederlandseen kreet slaken; uitkraaien; uitroepen; het uitschreeuwen
Spaansexclamar
Tsjechischvykřiknout; zvolat