Informatie over het woord zwart (Nederlands → Esperanto: nigro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/zʋɑrt/
Afbrekingzwart

Voorbeelden van gebruik

Wie waren de twee mannen in het zwart met wie u een half uur geleden sprak?
Zes lange gedaanten, van onder tot boven in het zwart gehuld, kwamen een voor een uit de middelste tunnel te voorschijn en stelden zich aan beide zijden van het altaar op, drie aan elke kant, met het gezicht naar het gewelf.

Vertalingen

Afrikaansswart
DuitsSchwarz
Engelsblack
Esperantonigro
Italiaansnero
Jiddischשװאַרץ; שואַרץ
Saterfriesswot
Thaisสีดำ
Westerlauwers Friesswart
Zweedssvart