Informatie over het woord nest (Nederlands → Esperanto: nesto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/nɛst/
Afbrekingnest
Geslachtonzijdig
Meervoudnesten

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
nestjenestjes

Voorbeelden van gebruik

De larven eten enkele weken van het groen van de eik en maken dan een gemeenschappelijk nest van spindraden in de takken.
Net als andere weidevogels maakt de kievit een eenvoudig nest op de grond.
Het zeearendenpaar in de Oostvaardersplassen is begonnen met de bouw van een nieuw nest.
In een nest leven 200.000 tot een miljoen mieren.
Het nest is slechts een kuiltje in de begroeiing.

Vertalingen

Afrikaansnes
Catalaansllar; niu
Deensrede
DuitsHorst; Nest
Engelsnest
Esperantonesto
Faeröersreiður
Finspesä
Fransnid
IJslandshreiður
Nederduitsnest
Papiamentsneishi
Portugeesninho
Russischгнездо
SaterfriesNääst
Schots-Gaelischnead
Spaansnido
Sranannesi
Thaisรัง
Tsjechischhnízdo
Westerlauwers Friesnêst
Zweedskyffe; näste; bo