Informatie over het woord ceder (Nederlands → Esperanto: cedro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈsedər/
Afbrekingce·der
Meervoudceders

Voorbeelden van gebruik

Toen we met ons tweeën weer bij het huis kwamen, waren ze onder de grote ceder aan het theedrinken.
Ze kon zijn gezicht niet zien, want ze stonden in de schaduw van een grote ceder in de onmiddellijke nabijheid van het huis.

Vertalingen

Catalaanscedre
Deensceder
DuitsZeder
Engelscedar
Esperantocedro
Finssetri
Franscèdre
Hongaarscédrus
Italiaanscedro
Latijncedrus
Noorsseder
Poolscedr
Portugeescedro
Russischкедр
SaterfriesZeder
Spaanscedro
Tsjechischcedr
Welscedrwydden
Zweedsceder; cederträd