Informatie over het woord schuimbekken (Nederlands → Esperanto: buŝoŝaŭmi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schuimbek(ik) schuimbekte
(jij) schuimbekt(jij) schuimbekte
(hij) schuimbekt(hij) schuimbekte
(wij) schuimbekken(wij) schuimbekten
(jullie) schuimbekken(jullie) schuimbekten
(gij) schuimbekt(gij) schuimbektet
(zij) schuimbekken(zij) schuimbekten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) schuimbekke(dat ik) schuimbekte
(dat jij) schuimbekke(dat jij) schuimbekte
(dat hij) schuimbekke(dat hij) schuimbekte
(dat wij) schuimbekken(dat wij) schuimbekten
(dat jullie) schuimbekken(dat jullie) schuimbekten
(dat gij) schuimbekket(dat gij) schuimbektet
(dat zij) schuimbekken(dat zij) schuimbekten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schuimbekschuimbekt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
schuimbekkend, schuimbekkende(hebben) geschuimbekt

Vertalingen

Esperantobuŝoŝaŭmi