Informatie over het woord naald (Nederlands → Esperanto: nadlo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/nalt/
Afbrekingnaald
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudnaalden

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
naaldjenaaldjes

Voorbeelden van gebruik

De naald van de toerenteller zwaaide terug.
De naald stond op honderdtwintig.

Vertalingen

Catalaansagulla; pua
Engelsneedle
Esperantonadlo
Faeröersnál
Fransaiguille; aiguille de montre
Hongaars
Italiaansago
Latijnacus
Noorsnål
Portugeesagulha
Thaisเข็ม
Westerlauwers Friesnuddel
Zweedsnål