Informatie over het woord ogenblik (Nederlands → Esperanto: momento)

Synoniemen: moment, oogwenk, tel, tijdstip, wip

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈoɣə(m)blɪk/
Afbrekingogen·blik
Geslachtonzijdig
Meervoudogenblikken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
ogenblikjeogenblikjes

Voorbeelden van gebruik

In een ogenblik was het binnenste van het schip leeg en verdrong men zich op de dekken.
Een ogenblik zweeg hij, aangezien hij alle aandacht nodig had voor de steil klimmende weg.
Het was een van die ogenblikken waarop de tijd lijkt stil te staan.
Maar op hetzelfde ogenblik voelde hij dat er iemand naar hem keek.
Maar dit duurde maar een ogenblik.
Enkele ogenblikken later voegden zich nog anderen bij hem, die hetzelfde riepen.

Vertalingen

Afrikaansoomblik
Albaneesmoment
Catalaansestona; moment
Deensøjeblik
DuitsAugenblick; Moment
Engelsinstant; moment
Esperantomomento
Faeröersbil; lítil løta
Finshetki
Fransinstant; moment
Hongaarspillanat
LuxemburgsMoment
Papiamentsinstante; momento; momentu
Poolschwila; moment
Portugeesinstante; momento
Roemeensmoment
SaterfriesMoment; Ogenblik; Oogensleek; Sät
Spaansinstante; momentito; momento
Srananyuruten
Thaisขณะ; เดี๋ยว
Tsjechischchvíle; moment; okamžik
Turksan
Westerlauwers Friesamerij; stuit
Zweedsmomang; moment; ögonblick