Informatie over het woord merel (Nederlands → Esperanto: merlo)

Synoniemen: gieteling, zwarte lijster

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈmerəl/
Afbrekingme·rel
Geslachtmanlijk of vrouwelijk
Meervoudmerels

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
mereltjemereltjes

Voorbeelden van gebruik

En ergens in een hoge boom, daar floot een jonge merel.
Vogels, en vooral merels en lijsters, zijn dol op bessen.
’s Ochtends vroeg zijn er al merels te horen, lenteplantjes staan in bloei en op sommige dagen schijnt de zon door de bomen.

Vertalingen

Catalaansmerla
Deenssolsort
DuitsAmsel
Engelsblackbird
Engels (Oudengels)osle
Esperantomerlo
Faeröerskvørkveggja
Fransmerle
Grieksκότσυφας
Italiaansmerlo
Nederduitsswartdroossel
Portugeesmelro; toutinegra
Saterfriesswotte Kraansfuugel
Spaansmirlo
Tsjechischkos
Welsmwyalchen
Westerlauwers Friesswarte lyster
Zweedskoltrast