Informatie over het woord handdoek (Nederlands → Esperanto: mantuko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦanduk/
Afbrekinghand·doek
Geslachtmanlijk
Meervoudhanddoeken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
handdoekjehanddoekjes

Vertalingen

Albaneespeshqir
Catalaanstovallola
Deenshåndklæde
DuitsHandtuch
Engelstowel
Esperantomantuko
Fransserviette
Grieksπετσέτα
Hongaarstörülköző
Italiaansasciugamano
Maleishanduk; tuala
Nederduitshanddook
Noorshåndkle
Papiamentssarbètè
Poolsręcznik
Portugeestoalha
Russischполотенце
SaterfriesHondouk
Schotstouk
Schots-Gaelischsearbhadair
Spaanstoalla
Sranananuduku
Tsjechischručník
Turkshavlu
Westerlauwers Frieshandoek