Information du mot koud (néerlandais → espéranto: malvarma)

Synonyme: kil

Parti du discoursadjectif
Prononciation/kɑu̯̯t/
Césurekoud

Degrés de comparaison

Positifkoud
Comparatifkouder, kouwer
Superlatifkoudst

Déclinaison

 PositifComparatifSuperlatif
Prédicatifkoudkouder, kouwer(het) koudst, (het) koudste
AttributifIndéfiniPluriel masculin et fémininkoude, kouwekoudere, kouwerekoudste
Singulier neutrekoudkouder, kouwerkoudst
Plurielkoude, kouwekoudere, kouwerekoudste
Définikoude, kouwekoudere, kouwerekoudste
Partitifkoudskouders, kouwers 

Exemples d’usage

Op vliegveld Gilze‐Rijen was het toen het koudst met −1,8 graden.
Het was kouder dan gisteren, maar er viel geen regen.
Dat gaat een koud karwei worden als ik in de sneeuw moet wachten.
Het was een koude nacht en ik merkte dat mijn makkers telkens wakker werden.
De dag werd kouder en in de lucht zweefde een eigenaardige bittere geur.
De pap wordt koud!

Traductions

afrikaanskoud
allemandkalt
anglaisbleak; cold; chill
anglais (vieil anglais)ceald
bas allemandkold
catalanfred
créole jamaïcainkuol
danoiskold
espagnolfrío
espérantomalvarma; frida; kolda
féringienkaldur
françaisfroid
frison occidentalkâld
gaélique écossaisfuar
galloisoer
hawaiienanu; anuanu
hongroishideg
islandaiskaldur
italienfreddo
kabyleasemmaḍ
latinfrigidus
luxembourgeoiskal
malaisdingin; sejuk
norvégienkald
papiamentofriu
polonaiszimny
portugaisfrio
roumainfrig; rece
russeхолодный
scotscauld
sranankowru
suédoiskall
tagalogmalamíg
tchèquestudený
thaïเย็น; หนาว
turcsoğuk
yidicheקאַלט