Informatie over het woord eklezio

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekinge·kle·zi·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefeklezioeklezioj
Accusatiefeklezionekleziojn

Vertalingen

Afrikaanskerk
Catalaansesglèsia
Chinook-jargoneklis
DuitsKirche
Engelschurch
Faeröerskirkjulið; trúarsamfelag
Franséglise
Jamaicaans Creoolschoch
Latijnecclesia
LuxemburgsKrech; Kierch
Nederduitskarke
Nederlandskerk
Papiamentsiglesia
Portugeesigreja
SaterfriesSäärke
Spaansiglesia
Tsjechischcírkev; chrám; kostel