Informatie over het woord onnozel (Nederlands → Esperanto: malsprita)

Synoniemen: dom, simpel, stompzinnig, traag van begrip

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɔˈnozəl/
Afbrekingon·no·zel

Trappen van vergelijking

Stellende traponnozel
Vergrotende traponnozeler
Overtreffende traponnozelst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefonnozelonnozeler(het) onnozelst, (het) onnozelste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudonnozeleonnozelereonnozelste
Onzijdig enkelvoudonnozelonnozeleronnozelst
Meervoudonnozeleonnozelereonnozelste
Bepaaldonnozeleonnozelereonnozelste
Partitiefonnozelsonnozelers 

Voorbeelden van gebruik

Hij zag er altijd degelijk en nogal onnozel uit.
Je bent niet zo onnozel als je eruitziet.

Vertalingen

Duitsblödsinnig; stumpfsinnig
Engelsstupid
Esperantomalsprita
Fransbébête; sot
Latijnbrutus
Nederduitssimpel
Portugeesestúpido; imbecil; tolo
Saterfriesduddich
Spaansabobado