Informatie over het woord donker (Nederlands → Esperanto: malluma)

Synoniemen: duister, deemster

Trappen van vergelijking

			Stellende trap	Vergrotende trap	Overtreffende trap
Predicatief			donker	donkerder	(het) donkerst, (het) donkerste
Attributief	Onbepaald	Manlijk en vrouwelijk enkelvoud	donkere	donkerdere	donkerste
		Onzijdig enkelvoud	donker	donkerder	donkerst
		Meervoud	donkere	donkerdere	donkerste
	Bepaald		donkere	donkerdere	donkerste
	Partitief		donkers	donkerders

Het werd donker.

Het was zo donker dat zij zijn gezicht niet konden zien.

De wijsgeer duwde een deur in de donkere gang open.

Geleidelijk werd het zelfs nog donkerder.

Alle ramen waren donker, zodat het duidelijk was dat de bewoners al sliepen.

Al die donkere hoeken bevallen me niets.

Daarna ging hij naast Nelis in de donkerste hoek op de grond liggen.

Afrikaans	donker; duister
Catalaans	fosc
Deens	mørk
Duits	dunkel; finster
Engels	dark; dim
Engels (Oudengels)	deorc
Esperanto	malluma
Frans	obscur; sombre; obscure
Hongaars	sötét
Italiaans	oscuro; scuro; tenebroso
Latijn	ater; caeruleus; caligineus; caliginosus; obscurus; tenebricosus
Luxemburgs	donkel
Nederduits	düüster; duuster
Noors	mørk
Papiaments	skur; sukú
Portugees	escuro
Russisch	тёмный
Saterfries	djunkel; tjuusterch
Schots-Gaelisch	dorcha
Spaans	oscuro
Sranan	dungru
Tagalog	madilím
Thais	ดำ
Tsjechisch	ponurý; temný; tmavý
Westerlauwers Fries	tsjuster