Synoniemen: hatelijk, kwaadaardig, snood, te kwader trouw, vals
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /boˈsaːrdəx/ |
---|
Afbreking | boos·aar·dig |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | boosaardig |
---|
Vergrotende trap | boosaardiger |
---|
Overtreffende trap | boosaardigst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | boosaardig | boosaardiger | (het) boosaardigst, (het) boosaardigste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | boosaardige | boosaardigere | boosaardigste |
---|
Onzijdig enkelvoud | boosaardig | boosaardiger | boosaardigst |
---|
Meervoud | boosaardige | boosaardigere | boosaardigste |
---|
Bepaald | boosaardige | boosaardigere | boosaardigste |
---|
Partitief | boosaardigs | boosaardigers | |
---|
De enorme robijnen die het beeld tot ogen dienden, keken op hem neer, en ze schitterden van een boosaardig soort verstand.
Lijk ik dan zo’n boosaardig monster?
Zij werden een boosaardig volk, zoals de legenden verhalen, want zij vielen onder de schaduw van Angmar.