Informatie over het woord zwak (Nederlands → Esperanto: malforta)

Synoniemen: krank, licht

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/zʋɑk/
Afbrekingzwak

Trappen van vergelijking

Stellende trapzwak
Vergrotende trapzwakker
Overtreffende trapzwakst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefzwakzwakker(het) zwakst, (het) zwakste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudzwakkezwakkerezwakste
Onzijdig enkelvoudzwakzwakkerzwakst
Meervoudzwakkezwakkerezwakste
Bepaaldzwakkezwakkerezwakste
Partitiefzwakszwakkers 

Vertalingen

Afrikaansswak
Albaneeslig
Deenssvag
Duitsschwach; matt
Engelsfaint; feeble; frail; weak; weedy
Engels (Oudengels)wac
Esperantomalforta
Faeröersveikur
Fransfaible
Hongaarsgyenge
IJslandsveikur
Italiaansdebole
Jamaicaans Creoolspyaahn‐pyaahn
Jiddischשװאַך
Latijnaeger
Maleislemah
Papiamentsdebil; suak
Poolssłaby
Portugeesdébil; fraco
Roemeensslab
Saterfriesgammelich; klam; laf; swäk
Schotswaik
Schots-Gaelischfann
Spaansdébil; flojo
Srananloli; swaki
Swahilihafifu
Thaisจาง; อ่อนแอ
Tsjechischchabý; mdlý; slabý
Turksaciz
Zweedsklen; svag