Informatie over het woord wantrouwen (Nederlands → Esperanto: malfido)

Synoniemen: achterdocht, argwaan

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈʋɑntrɑu̯ʋə(n)/
Afbrekingwan·trou·wen

Voorbeelden van gebruik

Toen we naar huis teruggingen, voelde ik geen wantrouwen of vijandigheid meer tegenover hem, maar had echt het gevoel dat ik eindelijk een vriend had gevonden bij wie ik mij ontspannen voelde en met wie ik kon praten.

Vertalingen

Deensmistro
DuitsMißtrauen
Engelsmistrust; suspicion
Esperantomalfido
Fransméfiance
IJslandsvantraust
Noorsmistro
Papiamentsdeskonfiansa
Spaansrecelo; sospecha
Westerlauwers Frieserch; erchtinken; wantrouwen
Zweedsmisstro; misstroende; otro