Informatie over het woord Geld (Duits → Esperanto: mono)

Uitspraak/ɡɛlt/
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtonzijdig

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefGeldGelder
GenitiefGelds, GeldesGelder
DatiefGeld, GeldeGeldern
AccusatiefGeldGelder

Vertalingen

Afrikaansgeld
Albaneesholla
Catalaansdiner
Deenspenge
Engelsmoney
Engels (Oudengels)feoh
Esperantomono
Faeröerspeningur
Finsraha
Fransargent; monnaie
IJslandspeningar
Italiaansdenaro; soldi
Jiddischגעלט
Latijnaes; pecunia
Maleisduit; uang; yang
Nederduitscenten; cinten
Nederlandsgeld; poen; centen; pegels
Noorspenger
Papiamentsplaka; sèn
Poolspieniądze
Portugeesdinheiro
Roemeensbani
SaterfriesJäild
Schots-Gaelischairgead
Spaansdinero
Srananmoni; paysa
Swahilifedha
Thaisเงิน; เงินทอง
Tsjechischpeníze
Turksakçe; para
Welsarian
Westerlauwers Friesjild; sinten
Zweedsmynt; pengar