Informatie over het woord karig (Nederlands → Esperanto: malabunda)

Synoniemen: schaars, schraal, schriel, schamel

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈkaːrəx/
Afbrekingka·rig

Voorbeelden van gebruik

Intussen zat heer Ollie na zijn karige maaltijd in een stoel en staarde slaperig op het oude papier.
Maar de jonge houtskoolbrander liep die dag naar het dorp om zijn karige verdiensten op te maken en omdat het voorjaar was, zodat zijn hart naar iets anders verlangde dan houtskool.
Toen ze haar karige ontbijt verorberde, besefte ze ineens dat ze nog maar dertien dagen over had.

Vertalingen

Catalaansescàs; insuficient
Duitskarg; schmal; kärglich
Engelsscanty; scant
Esperantomalabunda
Fransinsuffisant; maigre; rare
Portugeesescasso; insuficiente; raro