Informatie over het woord maan (Nederlands → Esperanto: luno)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/man/
Afbrekingmaan
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudmanen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
maantjemaantjes

Voorbeelden van gebruik

De maan was nog niet op.
Maar ga nu vlug met je vrienden hiervandaan en ga slapen, want de maan gaat al vlug onder en wat er nu volgt, is minder geschikt voor je om te zien.
Ganymedes is de grootste maan in ons zonnestelsel.
Gij zult sterven wanneer de maan vol is!
Voordat Voyager langskwam, waren negen manen bekend.
De maan kwam in het zenit.
De bejaarde zonderling schudde bedroeft het hoofd en staarde naar de maan.

Vertalingen

Afrikaansmaan
Albaneeshënë
Catalaanslluna
Deensmåne
DuitsMond
Engelsmoon
Engels (Oudengels)mona
Esperantoluno
Faeröersmáni
Finskuu
Franslune
Grieksσελήνη; φεγγάρι
Hawaiaansmahina
Hongaarshold
IJslandstungl
Italiaansluna
Jiddischלבֿנה
Kabylischayyur
Latijnluna
LuxemburgsMound
Maleisbulan; cendera
Nederduitsmåne
Noorsmåne
Papiamentsluna
Poolsksiężyc
Portugeeslua
Roemeenslună
Russischлуна
SaterfriesMoune
Schotsmuin
Schots-Gaelischgealach
Spaansluna
Srananmunkenki
Swahilimwezi
Thaisจันทร์; พระจันทร์; ดวงจันทร์
Tsjechischkomár; měsíc; luna
Turksay
Welslleuad
Westerlauwers Friesmoanne
Zweedsmåne