Informatie over het woord snor (Nederlands → Esperanto: liphararo)

Synoniemen: knevel, snorrebaard, snorbaard

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/snɔr/
Afbrekingsnor
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudsnorren

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
snorretjesnorretjes

Voorbeelden van gebruik

Dordolio trok aan zijn snor.
Hij streek over zijn snor.
Ze dragen allemaal een snor.

Vertalingen

Catalaansbigoti
Deensoverskæg
DuitsSchnurrbart
Engelsmoustache
Esperantoliphararo; lipharoj
Fransmoustache
Hongaarsbajusz
IJslandsyfirvararskegg
Italiaansbaffi
Maleiskumis
Papiamentsbigoti; mustashi
Portugeesbigodes
Russischус
SaterfriesSnurboart
Spaansbigoti
Thaisหนวด
Turksbıyık
Welsmwstas; trawswch
Zweedsmustasch