Informatie over het woord linguïst (Nederlands → Esperanto: lingvisto)

Synoniemen: taalgeleerde, taalkundige

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/lɪŋˈɡʋɪst/
Afbrekinglin·gu·ist

Voorbeelden van gebruik

Hij was immers een begaafd linguïst en tevens een begenadigd musicus?

Vertalingen

Afrikaanstaalkundige
Engelslinguist
Esperantolingvisto
LuxemburgsLinguist
Nederduitstaalkundige
Portugeeslingüista; linguista
Welsieithydd