Informatie over het woord ruisen (Nederlands → Esperanto: brueti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrœy̯sə(n)/
Afbrekingrui·sen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(het) ruist(het) ruiste
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat het) ruise(dat het) ruiste
Verleden deelwoord
(heeft) geruist

Voorbeelden van gebruik

Sam hoorde iets wat klonk als een mild regentje dat op het dak ruiste.

Vertalingen

Esperantobrueti
Portugeesciciar; murmurar