Information du mot hout (néerlandais → espéranto: ligno)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ɦɑu̯̯t/
Césurehout
Genreneutre

Exemples d’usage

Het leek alsof er met een ijzeren voorwerp op het hout van de deur werd geslagen.
Daarom kan je beter hout gaan hakken.
De Weymouthden levert een licht soort hout met een bruinachtige kern dat geschikt is voor de vervaardiging van deuren, kozijnen en meubels.
Er is natuurlijk geen reden om jou te beletten wat hout te gaan halen en—
Soms is hout zó mooi dat het geen verf‐ of vernislaag nodig heeft.

Traductions

afrikaanshout
albanaisdru
allemandHolz
anglaistimber; wood
anglais (vieil anglais)treow
bas allemandholt
catalanfusta
créole jamaïcainud
danoistræ
espagnolmadera
espérantoligno
féringientræ; viður
finnoispuu
françaisbois
frison occidentalhout
frison saterlandHolt
gaélique écossaisfiodh
grecξυλεία; ξύλο
hawaiienlāʻau
hongroisfa
islandaistré
italienlegno
latinlignum
luxembourgeoisHolz
malaiskayu
norvégientre
papiamentopalo; palu
portugaislenha; madeira; pau
roumainlemn
souahélimti
srananudu
suédoisträ
tchèquedřevo; dříví; háj; les
thaïไม้
turcağaç