Informatie over het woord groente (Nederlands → Esperanto: legomo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɣruntə/
Afbrekinggroen·te
Meervoudgroenten, groentes

Voorbeelden van gebruik

Onder toezicht van Janus Vet schilde hij de aardappelen en maakte de groente schoon.
De bonen zijn bedorven en de groente is aangebrand.
Even na achten was hij weer thuis en koppelde voor de winkel de aanhanger los, die achter zijn personenauto hing en waarop de kisten met groenten en fruit geladen waren.
In Nederland blijkt deze groente ook uitstekend te groeien.

Vertalingen

Afrikaansgroente
Catalaanshortalissa; verdura
Deensgrønsager
DuitsGemüse
Engelsvegetable
Engels (Oudengels)wyrt
Esperantolegomo
Faeröersgrønmeti
Finsvihannes
Franslégume
Hongaarsfőzelék; zöldség
Italiaanslegume
Latijnolus
Nederduitsgrööntüüg
Noorsgrønsak
Papiamentsberdura
Portugeeshortaliça; legume
SaterfriesGemöis; Gräinieten
Schotsvegetable
Spaanshortaliza; verdura
Sranangruntu
Swahilimboga
Thaisผัก
Tsjechischzelenina
Westerlauwers Friesgriente
Zweedsgrönsaker