Information about the word opfokken (Dutch → Esperanto: bredi)

Synonym: fokken

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɔpfɔkə(n)/
Hyphenationop·fok·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) fok op(ik) fokte op
(jij) fokt op(jij) fokte op
(hij) fokt op(hij) fokte op
(wij) fokken op(wij) fokten op
(jullie) fokken op(jullie) fokten op
(gij) fokt op(gij) foktet op
(zij) fokken op(zij) fokten op
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) opfokke(dat ik) opfokte
(dat jij) opfokke(dat jij) opfokte
(dat hij) opfokke(dat hij) opfokte
(dat wij) opfokken(dat wij) opfokten
(dat jullie) opfokken(dat jullie) opfokten
(dat gij) opfokket(dat gij) opfoktet
(dat zij) opfokken(dat zij) opfokten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
fok opfokt op
Participles
Present participlePast participle
opfokkend, opfokkende(hebben) opgefokt

Translations

Catalancriar animals
Czechchovat; pěstovat; vypěstovat
Danishavle
Englishbreed; rear
Esperantobredi
Faeroeseala
Frenchélever
Germanzüchten; ziehen; brüten
Papiamentorasa
Portuguesecriar; cultivar; melhorar
Romaniancrește; îngriji
Saterland FrisianDierte tuchtje
Spanishcriar