Synoniemen: aanmerkelijk, geruim, behartenswaardig
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /anˈzinlək/ |
---|
Afbreking | aan·zien·lijk |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | aanzienlijk |
---|
Vergrotende trap | aanzienlijker |
---|
Overtreffende trap | aanzienlijkst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | aanzienlijk | aanzienlijker | (het) aanzienlijkst, (het) aanzienlijkste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | aanzienlijke | aanzienlijkere | aanzienlijkste |
---|
Onzijdig enkelvoud | aanzienlijk | aanzienlijker | aanzienlijkst |
---|
Meervoud | aanzienlijke | aanzienlijkere | aanzienlijkste |
---|
Bepaald | aanzienlijke | aanzienlijkere | aanzienlijkste |
---|
Partitief | aanzienlijks | aanzienlijkers | |
---|