Information about the word verbouwereerd (Dutch → Esperanto: konfuzita)

Synonyms: bedremmeld, beduusd, beteuterd, verbijsterd, in rep en roer, confuus, ontredderd, verward

Part of speechadjective
Pronunciation/vərbɑu̯ʋəˈrert/
Hyphenationver·bou·we·reerd

Degrees of comparison

Positiveverbouwereerd
Comparativeverbouwereerder
Superlativeverbouwereerdst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativeverbouwereerdverbouwereerder(het) verbouwereerdst, (het) verbouwereerdste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralverbouwereerdeverbouwereerdereverbouwereerdste
Indefinite singularverbouwereerdverbouwereerderverbouwereerdst
Pluralverbouwereerdeverbouwereerdereverbouwereerdste
Definiteverbouwereerdeverbouwereerdereverbouwereerdste
Partitiveverbouwereerdsverbouwereerders 

Translations

Englishperplexed
Esperantokonfuzita; konfuza
Germanbestürtzt; konfus; verwirrt; durcheinander; durcheinandergebracht; konfus gemacht
Italianconfuso; turbato
Malaybingung
Saterland Frisianbestat; ferbiesterd
Spanishconfuso; turbado
Swedishoredig
Thaiงง
West Frisianferbjustere