Information about the word toegeven (Dutch → Esperanto: konfesi)

Synonyms: bekennen, erkennen, opbiechten

Part of speechverb
Pronunciation/ˈtuɣevə(n)/
Hyphenationtoe·ge·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) geef toe(ik) gaf toe
(jij) geeft toe(jij) gaf toe
(hij) geeft toe(hij) gaf toe
(wij) geven toe(wij) gaven toe
(jullie) geven toe(jullie) gaven toe
(gij) geeft toe(gij) gaaft toe
(zij) geven toe(zij) gaven toe
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) toegeve(dat ik) toegave
(dat jij) toegeve(dat jij) toegave
(dat hij) toegeve(dat hij) toegave
(dat wij) toegeven(dat wij) toegaven
(dat jullie) toegeven(dat jullie) toegaven
(dat gij) toegevet(dat gij) toegavet
(dat zij) toegeven(dat zij) toegaven
Imperative mood
Singular/PluralPlural
geef toegeeft toe
Participles
Present participlePast participle
toegevend, toegevende(hebben) toegegeven

Usage samples

Ik geef toe dat de bewijzen tegen je niet allemaal overtuigend zijn.
Hij gaf niet toe dronken te zijn, maar durfde ook zijn beschuldiging niet te handhaven.
Moest ik toegeven dat zijn vermoeden juist was?
De vrouw heeft toegegeven te hebben geholpen het lichaam van het 55‐jarige slachtoffer te dumpen.
Ik kan niet thuiskomen en toegeven dat het me te veel was.
U geeft dus toe dat u geweld hebt gebruikt!

Translations

Afrikaanserken; bieg; bely
Danishbekende; tilstå
Englishconcede; admit
Esperantokonfesi
Frenchavouer
Germananerkennen; gestehen; eingestehen; zugeben; bekennen; beichten
Italianconfessare
Papiamentorekonosé
Portugueseconfessar; professar; reconhecer
Saterland Frisiananärkanne; gestounde
Spanishconfesar; declarar
Swedishbekänna
West Frisianbelide; tajaan