Informatie over het woord armstoel (Nederlands → Esperanto: brakseĝo)

Synoniemen: fauteuil, leuningstoel, leunstoel, zorgstoel

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɑrᵊmstul/
Afbrekingarm·stoel
Geslachtmanlijk
Meervoudarmstoelen

Voorbeelden van gebruik

Er zat een man in de grote armstoel, en hij zat daar in een eigenaardige, in elkaar gezakte houding.
Bij het raam stonden een paar armstoelen en in het midden van de kamer een grote tafel met stoelen eromheen.

Vertalingen

Albaneeskolltuk
Deensarmstol; lænestol
DuitsLehnstuhl; Armsessel
Engelsarmchair
Esperantobrakseĝo; apogseĝo; fotelo
Finsnojatuoli
Fransfauteuil
Hongaarsfotel
Italiaanspoltrona
Latijncathedra
Noorslenestol
Portugeescadeira de braços; poltrona
Roemeensjilțul
Russischкресло
SaterfriesKroakstoul
Spaansbutaca; sillón
Tsjechischkřeslo; lenoška
Turkskoltuk
Westerlauwers Friesbriedstoel