Information über das Wort kist (Niederländisch → Esperanto: kesto)

Synonyme: bak, schrijn, kast

WortartSubstantiv
Aussprache/kɪst/
Trennungkist
Geschlechthistorisch weiblich, heutzutage auch männlich
Mehrzahlkisten

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
kistjekistjes

Gebrauchsbeispiele

Open een van die kisten en laat zien wat de pot schaft.
Hij maakte kasten en kisten open, waarvan de inhoud beter bewaard was gebleven.
Ze was dan ook erg blij toen het vliegtuig goed en wel in de lucht was en ze uit de kist kon kruipen.

Übersetzungen

Dänischkiste
DeutschKasten; Kiste; Truhe
Englischbox; chest
Englisch (Altenglisch)ciest
Esperantokesto
Färöerischdós; kassi
Französischbac; caisse; coffre
Italienischcassa
Katalanischcaixa; caixó
Lateinarca
Papiamentokaha
Polnischsłabo
Portugiesischarca; baú; caixa; mala
SaterfriesischKaste; Kiste; Kuffer
Schottisch Gälischciste
Schwedischkista; lår
Spanischcajón
Sranankisi
Thaiหีบ
Westfriesischkiste