Informatie over het woord vleesetend (Nederlands → Esperanto: karnomanĝa)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈvlesetənt/
Afbrekingvlees·etend

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudvleesetende
Onzijdig enkelvoudvleesetend
Meervoudvleesetende
Bepaaldvleesetende
Partitiefvleesetends

Voorbeelden van gebruik

Dit vleesetende plantje bloeit in mei en juni.

Vertalingen

Duitsfleischfressend
Engelscarnivorous
Esperantokarnomanĝa; karnovora; karnomanĝanta
Latijncarnivorus
Portugeescarnívoro