Informatie over het woord zang (Nederlands → Esperanto: kanto)

Synoniemen: gezang, lied

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/zɑŋ/
Afbrekingzang
Geslachtmanlijk
Meervoudzangen

Voorbeelden van gebruik

Tijdens zijn zang leunde de kluizenaar met half gesloten ogen achterover.

Vertalingen

Afrikaanslied; gesang
Albaneeskëngë
Catalaanscançó
Deenssang
DuitsGesang; Lied
Engelssong
Engels (Oudengels)sang; leoþ
Esperantokanto
Faeröerssangur
Italiaanscanzone
Jamaicaans Creoolssang
Latijncantus; carmen
Papiamentskansion
Poolspieśń
Portugeescanção; cantiga; canto
SaterfriesLäid; Song
Schots-Gaelischòran
Spaanscanción
Swahiliwimbo
Thaisเพลง
Tsjechischpíseň; písnička
Turksşarkı
Welscân
Westerlauwers Friesliet; sjongstik; sang
Zweedsvisa