Informatie over het woord kampwinkel (Nederlands → Esperanto: kampadeja butiko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈkɑmpʋɪŋkəl/
Afbrekingkamp·win·kel
Geslachtmanlijk
Meervoudkampwinkels

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
kampwinkeltjekampwinkeltjes

Voorbeelden van gebruik

Hij gaf niets uit in de kampwinkel en ondanks alle pogingen om hem daartoe over te halen, weigerde hij om te gokken, al keek hij af en toe naar de spelende mannen met om zijn lippen een grimmige glimlach, die sommige spelers zich slecht op hun gemak deed voelen.

Vertalingen

Esperantokampadeja butiko; tendarbutiko
Spaanstienda de camping