Informatie over het woord formeer (Afrikaans → Esperanto: formi)

Synoniem: vorm

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingfor·meer

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
formeer-
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
formerendegeformeer

Voorbeelden van gebruik

En die here God het die mens geformeer uit die stof van die aarde en in sy neus die asem van die lewe geblaas.

Vertalingen

Albaneesformoj
Deensdanne
Duitsbilden; formen; gestalten; formieren
Engelsform; mould; shape
Esperantoformi
Faeröersgera
Fransformer
Jamaicaans Creoolsshiep
Nederduitsformen
Nederlandsaangaan; formeren; vormen
Papiamentsforma
Poolsformować; kształtować
Portugeesformar
Roemeensforma
Saterfriesbildje; foarmje; gestaltje
Spaansformar
Tsjechischtvarovat; tvořit; utvářet; utvořit; vytvořit
Westerlauwers Friesfoarmje
Zweedsbilda; dana; forma; formera