Informatie over het woord kajuit (Nederlands → Esperanto: kajuto)

Synoniemen: cabine, hut

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/kaˈjœy̯̯t/
Afbrekingka·juit
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudkajuiten

Voorbeelden van gebruik

In de kajuit van de commandant waren twee personen gezeten.
Zonder een woord te zeggen, snelde ze de kajuit uit.
Simon Templar sloeg de deur van een der kajuiten achter zich dicht, draaide de sleutel in het slot om en brak hem af.

Vertalingen

Albaneeskabini
Catalaanscabina
Deenskahyt
DuitsKabine; Kajüte; Koje
Engelscabin
Esperantokajuto
Faeröerskahútt
Finshytti
Franscabine; cabine de bateau
Grieksκαμπίνα
Hongaarsfülke; kajüt
IJslandskáeta
Italiaanscabina
Noorskahytt
Poolskabina; kajuta
Portugeescamarote
Roemeenscabină
Russischкаюта
SaterfriesKabine; Kajüte; Koje
Spaanscabina; camarote
Swahilikijumba
Tagalogkamarote
Tsjechischkajuta
Turkskayuta
Westerlauwers Frieskajút
Zweedskajuta; koja