Informatie over het woord goedvinden (Nederlands → Esperanto: bontrovi)

Synoniem: goeddunken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɣutfɪndə(n)/
Afbrekinggoed·vin·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vind goed(ik) vond goed
(jij) vindt goed(jij) vond goed
(hij) vindt goed(hij) vond goed
(wij) vinden goed(wij) vonden goed
(jullie) vinden goed(jullie) vonden goed
(gij) vindt goed(gij) vondt goed
(zij) vinden goed(zij) vonden goed
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) goedvinde(dat ik) goedvonde
(dat jij) goedvinde(dat jij) goedvonde
(dat hij) goedvinde(dat hij) goedvonde
(dat wij) goedvinden(dat wij) goedvonden
(dat jullie) goedvinden(dat jullie) goedvonden
(dat gij) goedvindet(dat gij) goedvondet
(dat zij) goedvinden(dat zij) goedvonden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
goedvindend, goedvindende(hebben) goedgevonden

Vertalingen

Engelsapprove of; think fit
Esperantobontrovi