Information about the word jegens (Dutch → Esperanto: je)

Synonyms: aan, met, om, op, te, tot, voor, bij

Part of speechpreposition
Pronunciation/ˈjɛɣəns/
Hyphenationje·gens

Usage samples

Zijn houding jegens haar begon te veranderen.
Het stemt tot dankbaarheid jegens God dat Curaçao in het afgelopen jaar voor rampen gespaard bleef.
Ik denk dat hij wrok koesterde jegens ons allebei.

Translations

Afrikaansop; om
Danishpå; ved
Englishby; to
Esperantoje
Frenchde; en; à; sur
Germanum; mit; an; zu
Icelandicá
Latina; ab; abs
Low Germanup; üm
Luxemburgishëm
Norwegianpå
Portuguesea; ao; com; em
Saterland Frisianuum
Swahilikatika
Swedishpå
Thaiตอน; ใน
Welsham; erbyn
West Frisianom; ta