Informatie over het woord houder (Nederlands → Esperanto: ingo)

Synoniemen: foedraal, schede

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦɑu̯dər/
Afbrekinghou·der
Geslachtmanlijk
Meervoudhouders

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
houdertjehoudertjes

Voorbeelden van gebruik

De fakkel was in een houder naast de deur gestoken, zodat het licht tegelijkertijd zowel de gang als de cel verlichtte.
Toen nam hij plaats in de cockpit en schoof een nieuwe houder patronen in zijn pistool.

Vertalingen

Deensbestik
DuitsBesteck; Etui; Gehäuse; Halter; Hülse; Scheide
Engelsholder; socket
Esperantoingo
Finspidin
Poolsfuterał; pochwa
Portugeesbainha; estojo
SaterfriesEtui