Informo pri la vorto zij (nederlanda → esperanto: <ili, vira>)

Vortspecopersona pronomo
Prononco/zɛi̯/, /zə/ (zwakbetoond)
Dividozij
Genitivohunner /ˈhʏnər/
Dativohun /hʏn/, ze /zə/
Akuzativohen /hɛn/, ze

Uzekzemploj

Ver in het oosten zagen zij een rij heuvels.
Heel veel hunner zouden in één nacht driemaal doden ter wille van die rode steen alleen.
Gij vreest hen, maar ge vreest hen nog niet genoeg.
Wilt u zeggen dat zij naar het buitenland gingen?
Hoe konden zij hopen Rivendel te voet te bereiken?

Tradukoj

esperanto<ili, vira>