Information about the word klok (Dutch → Esperanto: horloĝo)

Synonym: uurwerk

Part of speechcommon noun
Pronunciation/klɔk/
Hyphenationklok
Genderhistorically feminine, nowadays also masculine
Pluralklokken

Diminutive
SingularPlural
klokjeklokjes

Usage samples

Toen ik op de klok keek, zag ik dat het middernacht was.
Er was geen klok, maar ze had het idee dat het middernacht was.
Een blik op de klok leerde hem dat het haast één uur was.

Translations

Albanianorë
Catalanrellotge
Czechhodiny
Danishur
Englishclock
Esperantohorloĝo
Faeroeseklokka; ur
Finnishkello
Frenchhorloge; pendule
GermanUhr
Greekρολόι
Hungarianóra
Icelandicúr
Italianorologio
LuxemburgishAuer
Malaylonceng; loceng
Norwegianur
Papiamentooloshi
Polishzegar
Portuguesepêndulo; relógio
Romanianceas
Russianчасы
Saterland FrisianKlokke
Spanishreloj
Srananoloysi; gengen
Swahilisaa
Swedishklocka; ur
Thaiนาฬิกา
Turkishsaat
Welshcloc
West Frisianklok