Informasie oor die woord fatsoenlijk (Nederlands → Esperanto: honesta)

Sinonieme: eerlijk, eerzaam, integer, net

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/fɑtˈsunlək/
Afbrekingfat·soen·lijk

Trappe van vergelyking

Stellende trapfatsoenlijk
Vergrotende trapfatsoenlijker
Oortreffende trapfatsoenlijkst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatieffatsoenlijkfatsoenlijker(het) fatsoenlijkst, (het) fatsoenlijkste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudfatsoenlijkefatsoenlijkerefatsoenlijkste
Onsydige enkelvoudfatsoenlijkfatsoenlijkerfatsoenlijkst
Meervoudfatsoenlijkefatsoenlijkerefatsoenlijkste
Bepaaldfatsoenlijkefatsoenlijkerefatsoenlijkste
Partitieffatsoenlijksfatsoenlijkers 

Voorbeelde van gebruik

Die is alles bij elkaar genomen nog de fatsoenlijkste van het stel.

Vertalinge

Afrikaanseerlik
Deensærlig
Duitsanständig; bieder; ehrlich; honett; rechtschaffen; redlich; ehrbar; ehrenhaft
Engelsabove‐board; honest; upright; forthright; honourable
Esperantohonesta
Faroëesheiðurligur
Finsrehellinen
Franshonnête
Grieksαγαθός; ακέραιος
Hongaarsbecsületes
Italiaansonesto
Katalaanshonest
Maleisjujur
Noorsærlig
Papiamentshonesto
Poolsuczciwy
Portugeeshonesto
Saterfriesdäftich; eerelk; fonsuunelk; gjuchtfäidich; reeken; tougjuchte
Spaanshonrado
Sweedsredlig; ärlig
Thaiซื่อตรง
Wes‐Friesearlik
Yslandsheiðarlegur