Informatie over het woord eerlijk (Nederlands → Esperanto: honesta)

Synoniemen: eerzaam, fatsoenlijk, integer, net

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈeːrlək/
Afbrekingeer·lijk

Trappen van vergelijking

Stellende trapeerlijk
Vergrotende trapeerlijker
Overtreffende trapeerlijkst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefeerlijkeerlijker(het) eerlijkst, (het) eerlijkste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudeerlijkeeerlijkereeerlijkste
Onzijdig enkelvoudeerlijkeerlijkereerlijkst
Meervoudeerlijkeeerlijkereeerlijkste
Bepaaldeerlijkeeerlijkereeerlijkste
Partitiefeerlijkseerlijkers 

Voorbeelden van gebruik

Ik als eerlijk mens was hun daarbij een belemmering en zo verspeelde ik al spoedig hun gunst.

Vertalingen

Afrikaanseerlik
Catalaanshonest
Deensærlig
Duitsanständig; bieder; ehrlich; honett; rechtschaffen; redlich; ehrbar; ehrenhaft
Engelsabove‐board; honest; honourable
Esperantohonesta
Faeröersheiðurligur
Finsrehellinen
Franshonnête
Grieksαγαθός; ακέραιος
Hongaarsbecsületes
IJslandsheiðarlegur
Italiaansonesto
Maleisjujur
Noorsærlig
Papiamentshonesto
Poolsuczciwy
Portugeeshonesto
Saterfriesdäftich; eerelk; fonsuunelk; gjuchtfäidich; reeken; tougjuchte
Spaanshonrado
Thaisซื่อตรง
Westerlauwers Friesearlik
Zweedsredlig; ärlig