Information about the word lui (Dutch → Esperanto: homoj)

Synonyms: lieden, mensen, volk, luiden

Part of speechcommon noun
Pronunciation/lœy̯/
Hyphenationlui

Usage samples

Ach ja, voor sommige lui ligt het geld op straat, terwijl anderen er hard voor moeten ploeteren, wat u?
Rijke lui zoals u hebben het moeilijk, meneer.
Wij waren eenmaal grote lui in deze streken en kunnen dat weer worden, maar dat hangt van jou af.
In het donker varen is gevaarlijk, maar de enige manier om aan die lui te ontsnappen.

Translations

Afrikaansmense
Albanianveta
Catalangent
Czechlidé
Englishpeople
Esperantohomoj
Frenchgens
GermanLeute; Menschen
Italiangente
Jamaican Patoispiipl
Low Germanlüde; meansken; volk; lüüd
Papiamentohende
Saterland FrisianLjude
Scotsfowk
Spanishgente
Sranansma
Yiddishמענטשן