Informasie oor die woord o (Nederlands → Esperanto: ho)

Sinonieme: allemachtig, allemensen, goh, gut, och, tjee, tjonge, tsjonge, amaai, asjemenou, ho

Woordsoorttussenwerpsel
Uitspraak/o/
Afbrekingo

Voorbeelde van gebruik

O, is dat het!
„O, wat dat betreft, meneer,” antwoordde de man, „wij suppoosten hebben altijd getwijfeld.”
O, dat kan me niet schelen.
Ik zag hem niet groter dan hij was, o nee.
O, een feest is het wel, in zekere zin.
O nee, daar is geen sprake van.
O, hij heeft mijn lessen heel goed geleerd!
O, hadden ze iets te vieren?

Vertalinge

Afrikaanso
Duitsach; ho; oh; o
Engelsoh
Esperantoho
Faroëesáh
Fransoh
Jiddisjאױ
Katalaansoh
Latyna
Portugeesoh
Saterfrieso; och
Spaansah; oh
Sranano
Turksah