Informatie over het woord hygiëne (Nederlands → Esperanto: higieno)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɦiɡiˈjenə/
Afbrekinghy·gi·e·ne
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk

Voorbeelden van gebruik

Ze hebben in deze streken niet het flauwste begrip van hygiëne.
Ze was zeer geruststellend over het punt van de hygiëne.

Vertalingen

Catalaanshigiene
DuitsHygiene; Gesundheitspflege; Gesundheitslehre
Engelshygiene
Esperantohigieno
Faeröersheilsurøkt
Franshygiène
Grieksυγιεινή
Papiamentshigiena
Portugeeshigiene
SaterfriesGesuundhaidspleege; Hygiene
Spaanshigiene
Tsjechischhygiena
Zweedshygien