Informatie over het woord gezel (Nederlands → Esperanto: helpmetiisto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣəˈzɛl/
Afbrekingge·zel
Geslachtmanlijk
Meervoudgezellen

Voorbeelden van gebruik

Zijn gezellen traden nader en schoolden samen op het vreemde verschijnsel te bezien.
Pas als een leerling een gezel werd, kreeg hij gewoonlijk een eigen vertrek.
„Hij was erin gevallen, heel gewoon”, meende de gezel, maar daar nam de baas geen genoegen mee.

Vertalingen

Esperantohelpmetiisto