Informatie over het woord boksbeugel (Nederlands → Esperanto: boksfero)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbɔksbøɣəl/
Afbrekingboks·beu·gel
Geslachtmanlijk
Meervoudboksbeugels

Voorbeelden van gebruik

Een 31‐jarige Goesenaar heeft zaterdagavond tijdens een ruzie een 19‐jarige huisgenoot geslagen met een boksbeugel.

Vertalingen

Esperantoboksfero