Informatie over het woord ijs (Nederlands → Esperanto: glacio)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɛi̯s/
Afbrekingijs
Geslachtonzijdig

Voorbeelden van gebruik

IJs waarop een grote druk wordt uitgeoefend, gaat smelten.
Doordat hij al die tijd in het ijs zat, is zijn lichaam goed bewaard gebleven.
Arflane zag dat het een man was die daar op het ijs lag.
Twee mannen stapten uit het vliegtuig en liepen over het ijs op de lichamen toe.
Het leek wel of zijn hele lichaam in ijs zat.
In Schotland zorgden sneeuw en ijs ervoor dat de luchthaven van Edinburgh korte tijd moest worden gesloten.

Vertalingen

Afrikaansys
Albaneesakull
Catalaansgel; glaç
Deensis
DuitsEis
Engelsice
Engels (Oudengels)is
Esperantoglacio
Faeröersísur
Finsjää
Fransglace
Grieksπάγος
Hongaarsjég
IJslandsís
Italiaansghiaccio
Jamaicaans Creoolsais
Jiddischאײַז
Latijngelu
LuxemburgsÄis
Maleises; air batu; air beku; ais
Nederduitsys
Noorsis
Papiamentseis
Poolslód
Portugeesgelo
Russischлёд
Schots-Gaelischdeigh; eighre
Spaanshielo
Thaisน้ำแข็ง
Tsjechischled; zmrzlina
Turksbuz
Wels
Westerlauwers Friesiis
Zweedsis