Synoniemen: blad, courant, gazet, nieuwsblad
Woordsoort | zelfstandig naamwoord |
---|
Uitspraak | /krɑnt/ |
---|
Afbreking | krant |
---|
Geslacht | historisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk |
---|
Meervoud | kranten |
---|
Verkleinwoord |
---|
Enkelvoud | Meervoud |
---|
krantje | krantjes |
Je zou dat allemaal in deze kranten kunnen lezen.
Dit meldde de Portugese krant Diário de Notícias zondag op zijn website.
„Ik dacht dat je dit misschien graag zou willen zien” antwoordde de rechercheur terwijl hij met een krant zwaaide.
Die avond zat de bediende Joost verrast de krant te lezen terwijl het televisietoestel voor hem stond te flikkeren.
Ik heb niet in de krant gestaan, zoals jij.
In de brievenbus lag de post en lagen de kranten van drie dagen.
Er heeft niet veel in de kranten gestaan.